Bij het coachen volgens de Socratische methode is het uitgangspunt dat kennis slechts in jezelf zit en het zich niet beter had kunnen verstoppen dan daar.
Omdat kennis, meningen en oordeelsvorming maar ook gevoelens belangrijke pijlers zijn voor wat we doen is het belangrijk dat een coachee deze bekend maakt. In een coach relatie heb je die informatie van elkaar nodig dus wil je dat die ter tafel komt. Hiervoor zal een coachee zich moeten uiten. Een manier om daarbij te helpen is vragen te stellen. Zodat je de antwoorden kunt gebruiken om samen de innerlijke wereld van de coachee te ontrafelen. Bij het coachen volgens de Socratische methode ga je er vanuit dat de coachee ‘heel is’ en al over de kennis beschikt zichzelf te helpen. Omdat die kennis bedekt is voor beiden stel je vragen om deze te ‘ontdekken’. En waar dat niet zo is bevraag de coach je aan de hand van de tegenstrijdigheden in je eigen verhaal of dingen die de coach meent te weten vanuit zijn eigen wereld. Zo voorziet de coach je vragenderwijs van de context bij je eigen belevingswereld en daar liggen oplossingen voor het oprapen. Hoewel de vragen confronterend kunnen zijn neemt de coach een nieuwsgierige soms onwetende houding aan. Zoals bij veel een op een coaching wordt de coachee altijd respectvol bevraagd naar de verbanden van het eigen verhaal en de waarnemingen van de coach teneinde zoveel mogelijk innerlijke wetenschap te ontsluiten en inzichten te verwerven.